OPROEP: Stichting Artsen Covid Collectief

Oproep aan alle artsen.  Bouw mee aan een gezondere dialoog en een gezondere wereld

Stichting Artsen Covid Collectief: ,,Van angst samen terug naar vertrouwen!"

Al meer dan 1000 medisch specialisten hebben zich verenigd in het Artsen Covid Collectief en zetten zich sinds december 2020 in voor een betere aanpak van deze coronacrisis.
Een aanpak om de gezondheid te beschermen en schade te beperken. Zo schreven zij bijvoorbeeld brieven aan de overheid en waren te horen in diverse interviews.

Voor deze artsen zijn de beroepseed die zij hebben afgelegd: de ‘Eed van Hippocrates’ en de liefde voor de mens onlosmakelijk verbonden met de geneeskunde en een drijfveer om hun beroep als arts met passie uit te oefenen. Zij gaan uit van zelfbeschikkingsrecht en behoud van lichamelijke integriteit als fundamentele waarden.

Op 2 maart 2021 is er  hier  onder de video van het collectief gelanceerd, daarmee doen zij een oproep aan alle artsen zich aan te sluiten om samen mee te bouwen aan een gezondere wereld.

                                        De oorspronkelijke Eed van Hippocrates:

Ik zweer bij Apollo de genezer, bij Asklepios, Hygieia en Panakeia en neem alle goden en godinnen tot getuige, dat ik, naar mijn vermogen en oordeel, deze eed en verklaring zal nakomen.

Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hun een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen.

Nooit zal ik, om iemand te gerieven, een dodelijk middel voorschrijven of een raad geven, die, als hij wordt gevolgd, de dood tot gevolg heeft. Nooit zal ik een vrouw een instrument voorschrijven om een miskraam op te wekken. Maar ik zal de zuiverheid van mijn leven en mijn kunst bewaren.
Het snijden van de steen zal ik nalaten, ook als de ziekte duidelijk is; ik zal dit overlaten aan hen die hierin bekwaam zijn. In ieder huis waar ik binnentreed, zal ik slechts komen in het belang van mijn patiënten.

Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders; ik zal in gemeenschap met hem leven en zo nodig mijn bezit met hem delen, de kunst leren zonder vergoeding en zonder dat daartoe een schriftelijke belofte nodig is; aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan hen allen zal ik de grondslagen van de kunst leren.

Al hetgeen mij ter kennis komt in de uitoefening van mijn beroep of in het dagelijks verkeer met mensen en dat niet behoort te worden rondverteld, zal ik geheim houden en niemand openbaren. Moge ik, als ik deze eed getrouwelijk houd, vreugde vinden in mijn leven en in de uitoefening van mijn kunst, maar moge het tegenovergestelde het geval zijn indien ik hem schend.

Ik zal mij verre houden van iedere welbewuste slechte daad en van elke verleiding, in het bijzonder van de geneugten der liefde met mannen of vrouwen, of zij vrij zijn of slaaf.