1/23/2018

FvD ideologie vragen aan Minister van BZK Ollongren inzake nepnieuws

FvD <> Als je het van je ideologie vragen moet hebben, ga je het verliezen op realisme. 

In mei 2019 zijn er 'EUropese' verkiezingen = 'EU =Berlijn en Parijs-verkiezingen'
Het gaat dan ook niet om het uitbannen van nepnieuws maar om het uitbannen van ongewenst nieuw

Door Thierry Baudet (FvD)

Vraag 1:
Heeft de Minister kennis genomen van de online te raadplegen database EU vs Disinfo (euvsdisinfo.eu) van de, door de EU opgerichte, European External Action Service East StratCom Task Force, met artikelen beoordeeld op het verspreiden van nepnieuws?

Vraag 2:
Zo ja, welke artikelen op EU vs Disinfo heeft de Minister bestudeerd?

Vraag 3:
Hoeveel van die artikelen zou de Minister zelf als nepnieuws kwalificeren?

Vraag 4:
Hoeveel van die artikelen zou de Minister zelf niét als nepnieuws kwalificeren?

Vraag 5:
Kan de Minister een overzicht geven van de huidige leden van de East StratCom Task Force? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6:
Kan de Minister inzicht geven in de wijze waarop leden van de East StratCom Task Force geselecteerd worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7:
Kan de Minister inzicht geven in wijze waarop Madeleine de Cock-Buning (tevens voorzitter van het Nederlandse Commissariaat van de Media) haar positie als voorzitter van de East StratCom Task Force heeft verworven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8:
Is er bij de eventuele voordrachts- sollicitatie- en benoemingsprocedure van Madeleine de Cock-Buning bemoeienis geweest van de Nederlandse overheid? Zo ja, in welke vorm?

Vraag 9:
Wat is de vergoeding die Madeleine Cock-Buning voor haar werkzaamheden zal ontvangen? Waar wordt dit uit betaald?

Vraag 10:
Gezien de politieke gevoeligheid van haar werkzaamheden is het niet irrelevant of Madeleine de Cock-Buning ook een partij-achtergrond of partij-lidmaatschap heeft. Kan de minister daar inzage in geven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11:
Voor welke termijn worden de (overige) leden van de East StratCom Task Force aangesteld? Betreft het een full-time baan of een part-time baan? Moeten zij hun overige werkzaamheden openbaar maken?

Vraag 12:
Heeft de East StratCom Task Force een kantoor? Zo ja, kan de Minister aangeven waar dit precies is gevestigd?

Vraag 13:
Kan de Minister inzicht geven in de wijze waarop de East StratCom Task Force haar financiering ontvangt? Kan de Minister in haar antwoord betrekken wat het jaarlijks budget is van de Task Force? 

Vraag 14:
Wat is de Nederlandse bijdrage aan dit jaarlijkse budget?

Vraag 15:
Wiens idee was het om deze taskforce op te zetten? Wanneer is dit idee voor het eerst gepresenteerd?

Vraag 16:
Wat is de exacte doelstelling van de East StratCom Task Force? Is de Task Force specifiek gericht op nieuwsberichten over Oost-Europa, Rusland en andere derde landen of tevens op nieuwsberichten over EU-lidstaten en de (politieke) situatie daarbinnen?

Vraag 17
Kan de Minister inzicht verschaffen in de wijze waarop de East StratCom Task Force te werk gaat en hoe de Task Force tot een oordeel komt inzake het aanmerken van een artikel als verspreider van nepnieuws?

Vraag 18:
Hoeveel onjuiste beweringen moet een artikel bevatten om aangemerkt te worden als nepnieuws door de East StratCom Task Force?

Vraag 19:
Kan de Minister aangeven op welke punten de vijf Nederlandse artikelen die worden genoemd als dragers van nepnieuws op de site van de East StratCom Task Force precies nepnieuws bevatten? (zie voetnoten)

Vraag 20:
Deelt de Minister de opvatting dat het artikel in De Gelderlander (voetnoot punt 1) enkel verslag legt van een uitspraak van raketproducent Almaz-Antey? Zo nee, waarom niet?

Vraag 21:
Deelt de Minister de opvatting dat verslaglegging van een mening of een uitspraak op zichzelf geen uitspraak doet over of iets waar is of niet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 22:
Is de Minister van mening dat nieuwspublicaties geen verslag mogen doen van meningen of uitspraken die mogelijk onjuist zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 23:
Kan de Minister aangeven hoe nieuwspublicaties moeten beoordelen of een mening of uitspraak in de toekomst mogelijk onjuist kan blijken te zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 24:
Is de Minister van mening dat het artikel van De Gelderlander terecht door de East StratCom Task Force is aangemerkt als nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 25:
Is de Minister bekend met het feit dat de uitzending van NPO Radio 1 (voetnoot punt 2) een interview betreft met onderzoeksjournalist Pieter Stockmans?

Vraag 26:
Is de Minister van mening dat radiozenders geen gasten mogen uitnodigen als de opvattingen van de gast mogelijk onjuist zijn?

Vraag 27:
Is de Minister van mening dat de radiouitzending van NPO Radio 1 terecht door de East StratCom Task Force is aangemerkt als nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 28:
Is de Minister van mening dat het bericht ‘Azov fighters threaten the Dutch people with a terror attack again (GeenStijl)’ (voetnoot punt 3) terecht door East StratCom Task Force als ‘nepnieuws’ is aangemerkt?

Vraag 29:
Zo ja, welk aspect van het bericht bevat valse informatie?

Vraag 30:
Wat is de bewijsvoering daarvoor? Welke onderbouwing is daarin volgens de Minister doorslaggevend?

Vraag 31:
In de uitzending van het programma Jinek van 18 december 2017 sprak de Minister over ‘Bellingcat’ als ontmaskeraar van het betreffende filmpje als ‘nepnieuws’. Welk onderzoek bedoelde ze daarbij precies? Kan de Minister dit onderzoek aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 32:
Hoe beoordeelt de Minister de betrouwbaarheid van Bellingcat zelf?

Vraag 33:
Houdt de Minister rekening met de mogelijkheid dat Bellingcat, net als alle andere journalisten, onderzoekers of wetenschappers, zich zou kunnen vergissen?

Vraag 34:
Houdt de Minister rekening met de mogelijkheid dat Bellingcat, net als alle andere journalisten, onderzoekers of wetenschappers, door andere motieven dan slechts waarheidsvinding gedreven zou kunnen zijn?

Vraag 35:
Is de Minister van mening dat de samenvatting van de East StratCom Task Force (“Ukraine is a highly corrupted, fascistic country, which is the centre of international drug and human labour traffic”) van het GeenStijl artikel (voetnoot punt 4) een accurate weergave is van de daadwerkelijke inhoud van het artikel? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 36:
Is de Minister van mening dat deze kwalificaties van het land Oekraïne (“Ukraine is a highly corrupted, fascistic country, which is the centre of international drug and human labour traffic”) feitelijk onjuist zijn?

Vraag 37:
Is de minister bekend met het feit dat Oekraïne in 2016 op plaats 131 (van de 176 bestudeerde landen) stond op de corruptie-index van Transparency International?

Vraag 38:
Deelt de Minister de opvatting dat dit Oekraïne één van de meest corrupte landen ter wereld maakt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 39:
Zo ja, maakt dit de uitspraak dat “Ukraine is a highly corrupted (...) country” feitelijk juist? Zo nee, waarom niet?

Vraag 40:
Deelt de Minister de opvatting van de East StratCom Task Force dat het noemen van Oekraïne als één van de meest corrupte landen een vorm van nepnieuws is?

Vraag 41:
Deelt de Minister de opvatting dat de samenvatting van East StratCom Task Force (“fascistic country”) geen recht doet aan de daadwerkelijke inhoud van het GeenStijl-artikel op dit punt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 42:
Deelt de Minister de opvatting dat de weerlegging van het TPO artikel (voetnoot punt 5) (“The article seems to be aimed only at worsening the image of Ukraine before the Dutch referendum about the Association Agreement.”) die wordt gegeven door East StratCom Task Force geen uitspraak doet over de inhoudelijke correctheid van het betreffende artikel, maar enkel een motief of bedoeling claimt?

Vraag 43:
Zo nee, kan de Minister aangeven op welke wijze de bewering van de East StratCom Task Force inhoudelijk ingaat op het TPO artikel dat zij bestempelen als desinformatie?

Vraag 44:
Zo ja, kan de Minister aangeven waarom deze bewering voldoende is om gekwalificeerd te worden als nepnieuws?

Vraag 45:
Is de Minister van mening dat het artikel van TPO terecht door de East StratCom Task Force is aangemerkt als nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 46:
Kan de Minister een definitie geven van nepnieuws?

Vraag 47:
Wat is in de ogen van de Minister het verschil tussen een mening en nepnieuws?

Vraag 48:
En wat is in de ogen van de Minister het verschil tussen een artikel met een of meerdere onjuiste beweringen en nepnieuws?

Vraag 49:
En als er geen verschil is: bevatte dan elk nieuwsartikel dat later gerectificeerd moet worden, kennelijk nepnieuws? Zo nee, waarom niet?

Vraag 50:
Is de minister van mening dat de stelling dat de euro ons een extra weeksalaris oplevert, nepnieuws is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 51:
Is de minister van mening dat de stelling dat de interne markt ons een extra maandsalaris oplevert nepnieuws is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 51:
Kan de Minister aangeven hoe de samenwerking tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook vorm zal krijgen in het kader van de bestrijding van nepnieuws? En kan de Minister in haar antwoord meenemen op welke termijn de ‘nepnieuwsbestrijding’ tot uiting zal komen in de tijdlijnen van Nederlandse Facebook gebruikers?

Vraag 52:
Kan de Minister aangeven wat de juridische basis is voor een dergelijke samenwerking met NU.nl en Facebook en voor de bestrijding van nepnieuws door het Ministerie?

Vraag 53:
Kan de Minister transparantie verschaffen over de exacte rol en werkwijze van NU.nl in het aanmerken van berichten en/of artikelen als nepnieuws?

Vraag 54:
Zal NU.nl haar rol belangenloos uitvoeren of zal zij financiering ontvangen? Indien zij financiering zal ontvangen, door wie zal dit vergoed worden?

Vraag 55:
Kan de Minister de specifieke samenwerkingsovereenkomst tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Vraag 55.

Kan de Minister aangeven wat de specifieke selectiecriteria zijn voor berichten die zullen worden verborgen in circa 80% van de tijdlijnen van Nederlandse Facebook gebruikers, zoals aangegeven in de in haar brief aan de Kamer van 18 december 2017?

Vraag 56:

Kan de Minister aangeven of nieuwsbronnen als geheel zullen worden aangemerkt als verspreider van nepnieuws en dat hun artikelen derhalve standaard zullen worden verborgen op tijdlijnen van Facebook gebruikers?

Vraag 57:
Of gaat het op een andere manier? Indien dat laatste het geval is: op welke manier?

Vraag 58:
Kan de Minister aangeven in hoeverre opiniestukken zullen worden aangemerkt als nepnieuws en als gevolg onzichtbaar zullen zijn voor Facebook gebruikers? Zo nee, wanneer kan de minister daar wél duidelijkheid over geven?

Vraag 59:
Zal het Ministerie een register bijhouden van artikelen die zijn aangemerkt als nepnieuws? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar zal dit gebeuren? En door wie? En zal dit te raadplegen zijn? Zo ja, waar en voor wie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 60:
Kan de Minister een overzicht geven van de in haar ogen meest prominente betrouwbare Nederlandse nieuwsbronnen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 61:
Kan de Minister een overzicht geven van de in haar ogen meest prominente onbetrouwbare Nederlandse nieuwsbronnen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 62: 
Kan de Minister een overzicht geven van nieuwsbronnen die zij beschouwt als de grootste verspreiders van nepnieuws binnen Nederland? Zo nee, waarom niet?

Vraag 63:
Kan de Minister aangeven of de nepnieuwsmaatregelen op Facebook zich met name zullen richten op Nederlandse nieuwsbronnen of op buitenlandse nieuwsbronnen?

Vraag 64:
Kan de Minister aangeven of de Facebook gebruiker, wiens bericht aangemerkt wordt als nepnieuws, hiervan een melding zal krijgen? Indien dit niet het geval is, deelt de Minister de opvatting dat hiermee een hoogst ontransparante situatie ontstaat waarbij gebruikers niet weten of hun berichten voor hun volgers daadwerkelijk zichtbaar zijn?

Vraag 65:
Zo nee, waarom niet? Zo ja: beschouwt zij dit als een probleem? En indien zij dit niét als een probleem beschouwt: waarom niet?

Vraag 66:
Kan de Minister aangeven of gebruikers in beroep kunnen gaan tegen het aanmerken van hun bericht als nepnieuws en hoe deze beroepsmogelijkheden vorm zullen krijgen?

Vraag 67:
Indien er geen sprake zal zijn van een beroepsmogelijkheid, deelt de Minister de opvatting dat dit een uiterst eenzijdige situatie teweegbrengt die de macht tot censuur bij een hele kleine groep mensen legt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 68:
Indien er wel sprake is van een beroepsmogelijkheid, kan de Minister aangeven hoe deze vorm krijgt? Kan de Minister in haar antwoord betrekken welk orgaan een beroep zal behandelen, wie haar leden zullen zijn, hoe de leden van het beroepsorgaan geselecteerd worden en wat de juridische mogelijkheden zijn om een afgewezen beroep aan te vechten bij de rechter?

Vraag 69: 
Het komt regelmatig voor dat kranten als NRC Handelsblad, De Volkskrant en Trouw hun eerdere berichtgeving moeten rectificeren. Is de Minister van mening dat deze kranten zich in hun oorspronkelijke publicaties dan dus schuldig hebben gemaakt aan het verspreiden van nepnieuws? Zo nee, waarom niet?

Vraag 70:
Is de Minister bekend met het bericht van 8 juli 2017 dat werd gepubliceerd op NU.nl, de samenwerkingspartner van het Ministerie in de bestrijding van nepnieuws, waarin NU.nl schreef over de aanwezigheid van 200 demonstranten bij een bijeenkomst van FVD in Groningen?

Vraag 71:
Is de Minister bekend met het feit dat NU.nl dit bericht heeft moeten rectificeren, gezien het feit dat er slechts enkele demonstranten aanwezig waren?

Vraag 72:
Is de Minister van mening dat NU.nl zich met het oorspronkelijke bericht schuldig maakte aan het verspreiden van nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 73:
Deelt de Minister de opvatting dat niet alle feiten altijd door iedereen geaccepteerd worden en dat over feitelijkheden discussie kan bestaan?

Vraag 74:
Deelt de Minister de opvatting dat een open discussie over feiten deel is van een gezonde, goed functionerende democratie?

Vraag 75:
Deelt de Minister de opvatting dat zaken die tegenwoordig als onwaar worden beschouwd in de toekomst waar kunnen blijken?

Vraag 76:
En dat talloze zaken die in het verleden als waar werden beschouwd tegenwoordig onwaar zijn gebleken?

Vraag 77:
Kan de Minister aangeven of De revolutionibus orbium coelestium (1543) van Nicolaas Copernicus, waarin hij het destijds zeer omstreden heliocentrisch model van het universum formuleerde, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit werk in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 78:
Kan de Minister aangeven of Über die spezielle und die allgemeine Relativitätstheorie (1916) van Albert Einstein, waarin hij voor het eerst de - destijds omstreden - algemene relativiteitstheorie voorstelt, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit paper in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 79:
Kan de Minister aangeven of Broken Symmetries and the Masses of Gauge Bosons (1964) van Peter Higgs, waarin hij voor het eerst - het inmiddels bewezen - bestaan van Higgsvelden en Higgsbosonen postuleert, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit paper in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 80:
Kan de Minister aangeven of Die Entstehung der Kontinente und Ozeane (1915) van Alfred Wegener, waarin hij het nu algemeen geaccepteerde bestaan van schuivende aardplaten beschrijft, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit paper in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 81:
Kan de minister aangeven of het werk van Ignaz Philipp Semmelweis uit de periode rond 1847 met betrekking tot het voorkomen van kraambedkoorts - waarin hij ervoor pleit de handen te wassen voordat een zwangere vrouw geholpen wordt bij een bevalling - zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit werk in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in die tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 82:
Kan de Minister aangeven in hoeverre sceptische artikelen aangaande klimaatverandering zullen worden verborgen op de tijdlijnen van Facebook gebruikers in het kader van nepnieuwsbestrijding?

Vraag 83:
Is de Minister van mening dat de bestrijding van nepnieuws uitsluitend op het internet zou moeten plaatsvinden of idealiter ook daarbuiten?

Vraag (19)84:
Zo ja: zouden op termijn dan ook boeken moeten worden verboden, omdat ze in de ogen van de beoordelende instanties ‘nepnieuws’ bevatten? Zo nee, waarom niet?


De kosten 3750 euro per vraag.

Veel antwoorden op de Baudet FvD vragen staan ook al on-line: eeas.europa.eu/headquarters/headquart.
En twee keer een vraag 51 in voor komt om zo op 19(84) uit te komen?

 FvD <> Als je het van je ideologie vragen moet hebben, ga je het verliezen op realisme.

 Wie van de ene dag op de andere een monopoly op de waarheid wil afdwingen weet niet waar hij aan begint
De wereld(oorlog en vrede) hangen aan elkaar van leugens.
Elk fundament van onze samenleving gaat al eeuwenlang onderuit als alles 100% op waarheid zou moeten berusten. Ons geld. Ons geloof. Onze ,,huidige,, grondwet. Alles! 


Een EU- overheid die nieuws gaat censureren, met afstand de meest kwalijke dictatoriale ontwikkeling van de afgelopen jaren.
Waarom hoor je daar verder geen andere partijen over? 
  
84 vragen die leiden tot niets. Ik verwacht (19)84 nietszeggende antwoorden.
De FvD- schriftelijke vragen zijn vrijwel niet effectief en geven de mogelijkheid aan die pedante Zweedse volksverlakker om het af te doen met obligate, nietszeggende antwoorden. 

Er bestaan effectievere manieren om deze waanzin aan de kaak te stellen.
Kamervragen in een Eu gevangen systeem zijn een instrument geworden om de achterban te pleasen. Wordt door alle partijen gedaan.


We leven al in 1984 omdat socmedia en internetwebsites de burgers controleren en in het gareel dwingen. 

1. Het is eigenlijk veel erger dan Orwell kon voorspellen.... De EU- gevangen overheid zal het alleen nog maar erger maken. 
2. De Stasi's in Brussel willen oorlog met Rusland, daaraan wordt alles ondergeschikt gemaakt, ook onze vrijheid van meningsuiting. Zeer, zéér kwalijk.

3. We zouden banger moeten zijn voor onze "eigen EU PLEASED overheid/overheden" dan voor "the Russians". 
Met deEU-  censuur en EU- taalzuivering is dat zo helder als glas , en lijdzaam achter de zelfingenomen, incestueuze EU-kliek aan te blijven lopen. De garantie voor een zeer vervelende toekomst voor de burger. 

4. We worden weer een oorlog ingerommeld. Net als de oorlog in Syrië en de al jaren sluimerende zogenaamde dreiging van Iran, waarbij Netanyahu regelmatig die kwestie weer eens voor het voetlicht haalt en voor eigen doel gebruikt. Of je gaat zelf over tot een briljante en invloedrijke actie.  En, om te beginnen, NIET gaan stemmen.

Ook GEEN blanco stemmen want dan zeg je: ik ben voorstander van het politieke systeem, maar ik vind dat er geen enkele goede kandidaat is. Door blanco te stemmen steun je weliswaar geen enkele kandidaat, maar je geeft wel je medewerking aan het bestaande politieke systeem.
Door jouw steun kan het systeem blijven voortbestaan.


Er rest ons maar een mogelijkheid om te voorkomen dat Nederland afglijdt naar een totalitaire politiestaat, en dat is de enkel de macht van de -stem van de burger die hoger staat dan welke politiek ooit !!!!!!!
 Hier het voorbeeld  van onze burger-buren.  

International law: A constitutional assembly is a globally recognized act of international law and has a higher legal standing than the popular representation elected on the basis of the enacted constitution (see Art. 25 Basic Law). 

It is owned by the pouvoir constituant. It is incompatible with this particular position that restrictions are imposed on it from outside. Their independence in the fulfillment of this mandate is not only to decide the content of the future constitution, but also to the procedure in which the constitution is drawn up. 

 Article 1 (1) All peoples have the right to self-determination. They are free to decide their political status and freely shape their economic, social and cultural development (see Art. 146 Basic Law). 

(2) All peoples may, for their own purposes, freely dispose of their natural resources and resources, without prejudice to all obligations arising from international economic cooperation on the basis of mutual benefit and international law. In no case may a people be deprived of its own resources. 

(3) Contracting States, including States responsible for the administration of non - self - governing and fiduciary territories (see Article 133 of the Basic Law) shall, in accordance with the Charter of the United Nations, promote and enforce the right to self - determination respect, think highly of. UN Civil Pact and UN Social Pact 



Aircraft factory worker Barry Kane goes on the run across the United States when he is wrongly accused of starting a fire that killed his best friend.

Mythe 5 : De 2e Kamer vertegenwoordigt het volk


Geen opmerkingen: