Het verbod op verplichte vaccinatie is aangenomen door het Europese Hof
Het
Europese Hof heeft uitspraak gedaan over het verbod op verplichte
vaccinatie. Elke vaccinatieplicht is standaard illegaal. De Raad van
Europa, (niet te verwarren met de EU)
Elke
vaccinatieplicht is standaard illegaal. De Raad van Europa, (niet te
verwarren met de EU), waartoe alle Europese staten behoren, behalve
Wit-Rusland, Kosovo en het Vaticaan dat de peetvader is van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, besloot op 27.01.2021 in zijn resolutie 2361/2021, onder meer, dat niemand onder druk tegen zijn wil kan worden ingeënt.
De 47 lidstaten wordt verzocht vóór vaccinatie te melden dat vaccinatie niet verplicht is en dat niet-gevaccineerde mensen niet mogen worden gediscrimineerd.
Discriminatie
is ook uitdrukkelijk verboden in geval van bestaande
gezondheidsrisico’s of indien een persoon niet wenst te worden
gevaccineerd. Fabrikanten van vaccins zijn verplicht alle informatie
over de veiligheid van vaccins te publiceren.
Met deze resolutie
heeft de grootste mensenrechtenorganisatie van Europa nu normen en
verplichtingen opgesteld en richtlijnen opgesteld onder internationaal
recht, die door alle 47 lidstaten moeten worden toegepast, inclusief de
EU als organisatie.
Discriminatie, bijvoorbeeld op de werkvloer of reisverboden voor niet-gevaccineerde mensen, zijn daarom wettelijk uitgesloten.
In elke juridische procedure, tegen elke autoriteit, elke werkgever, elke reisaanbieder, elke verantwoordelijke persoon.
Sinds 27 januari 2021 heeft geen enkele politicus er over gesproken, … en met goede reden
Ze willen dat mensen vergeten dat het niet verplicht is en zelf het vaccin gaan halen.
7.3 met betrekking tot het waarborgen van een hoge vaccinopname:
7.3.1
ervoor zorgen dat burgers worden geïnformeerd dat vaccinatie niet
verplicht is en dat niemand onder politieke, sociale of andere druk
staat om zich te laten vaccineren als ze dat niet willen;
7.3.2
ervoor zorgen dat niemand wordt gediscrimineerd omdat hij niet is
ingeënt, vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s of zich niet wil laten
vaccineren;
7.3.3 vroegtijdige effectieve maatregelen nemen om
verkeerde informatie, desinformatie en aarzeling met betrekking tot
Covid-19-vaccins tegen te gaan;
7.3.4 transparante informatie
verspreiden over de veiligheid en mogelijke bijwerkingen van vaccins,
samenwerken met en reguleren van sociale mediaplatforms om de
verspreiding van verkeerde informatie te voorkomen;
7.3.5 de inhoud
van contracten met vaccinproducenten transparant communiceren en deze
openbaar maken voor parlementaire en openbare controle;
7.3.6
samenwerken met niet-gouvernementele organisaties en/of andere lokale
initiatieven om gemarginaliseerde groepen te bereiken;
7.3.7
samenwerken met lokale gemeenschappen bij het ontwikkelen en
implementeren van op maat gemaakte strategieën om de opname van vaccins
te ondersteunen;
7.4 met betrekking tot Covid-19 vaccinatie voor kinderen:
7.4.1
zorgen voor een evenwicht tussen de snelle ontwikkeling van vaccinatie
voor kinderen en het naar behoren aanpakken van veiligheids- en
werkzaamheidsproblemen en het waarborgen van de volledige veiligheid en
werkzaamheid van alle vaccins die ter beschikking worden gesteld aan
kinderen, met de nadruk op het belang van het kind, in overeenstemming
met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind;
7.4.2
te zorgen voor onderzoeken van hoge kwaliteit, met de nodige zorg voor
relevante waarborgen, in overeenstemming met internationale wettelijke
normen en richtlijnen, inclusief een eerlijke verdeling van de voordelen
en risico’s voor de kinderen die worden bestudeerd;
7.4.3 ervoor
zorgen dat er naar behoren rekening wordt gehouden met de wensen van
kinderen, in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid; wanneer de
toestemming van een kind niet kan worden gegeven, ervoor zorgen dat de
overeenkomst in andere vormen wordt verstrekt en dat deze is gebaseerd
op betrouwbare en leeftijdsgebonden informatie;
7.4.4 het Kinderfonds
van de Verenigde Naties (UNICEF) ondersteunen bij zijn inspanningen om
vaccins van fabrikanten die overeenkomsten hebben met de
COVAX-faciliteit te leveren aan degenen die ze het meest nodig hebben;
7.5 met betrekking tot het bewaken van de langetermijneffecten van Covid-19-vaccins en hun veiligheid:
7.5.1
zorgen voor internationale samenwerking voor tijdige detectie en
opheldering van eventuele veiligheidssignalen door middel van realtime
wereldwijde gegevensuitwisseling over bijwerkingen na immunisatie
(AEFI’s);
7.5.2 vaccinatiecertificaten alleen gebruiken voor het doel
waarvoor ze zijn bestemd om de werkzaamheid van het vaccin, mogelijke
bijwerkingen en bijwerkingen te controleren;
7.5.3 eventuele hiaten
in de communicatie tussen lokale, regionale en internationale
volksgezondheidsautoriteiten die AEFI-gegevens verwerken wegwerken en
zwakke punten in bestaande gezondheidsgegevensnetwerken verhelpen;
7.5.4 geneesmiddelenbewaking dichter bij zorgstelsels brengen;
7.5.5
ondersteunt het opkomende gebied van “adversomics”-onderzoek, dat
interindividuele variaties in vaccinreacties bestudeert op basis van
verschillen in aangeboren immuniteit, microbiomen en immunogenetica.
Op 5 mei 1949 ondertekenden de vijf regeringsleden van het Verdrag van Brussel (België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) en de regeringen van Denemarken, Ierland, Italië, Noorwegen en Zweden in Londen het statuut van dit nieuwe orgaan, de Raad van Europa. De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE), die haar eerste zitting hield op 10 augustus 1949, kan worden beschouwd als de oudste internationale parlementaire vergadering met een pluralistische samenstelling van democratisch gekozen parlementsleden, opgericht op basis van een intergouvernementeel verdrag. De Vergadering is een van de twee statutaire organen van de Raad van Europa, die is samengesteld uit een Comité van Ministers (de Ministers van Buitenlandse Zaken, gewoonlijk bijeen op het niveau van hun plaatsvervangers) en een Vergadering die de politieke krachten in de lidstaten vertegenwoordigt .
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, meer informatie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_Hof_voor_de_Rechten_van_de_Mens
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (afgekort: EHRM, Frans: Cour européenne des droits de l’homme, Engels: European Court of Human Rights) is een Europees gerechtshof waar individuen, groepen, organisaties en landen een klacht kunnen indienen tegen elk van de 47 lidstaten van de Raad van Europa. Het betreft klachten over schending van het Europees Verdrag voor de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden (EVRM). Het hof is gevestigd in Straatsburg.
Juridische basisDe uitspraken van het hof zijn bindend en definitief: noch de klagende partij noch de aangeklaagde partij kan in beroep gaan, behalve bij de Grote Kamer van het hof zelf. Indien verder een lidstaat in het ongelijk wordt gesteld, is die lidstaat verplicht er alles aan te doen om te voorkomen dat de geconstateerde schending in de toekomst nog eens voorkomt.
Zelfs “bindend” blijkt echter geen afgebakend juridisch begrip. Het Duitse Grondwettelijke Hof te Karlsruhe vonniste op 19 oktober 2004 dat Duitse rechters de uitspraken van het Europees Hof niet mogen negeren. De Duitse grondwet gaat echter boven het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De Franse versie: https://pace.coe.int/en/files/29004/html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten