D66-schandaal is geen MeToo, maar netwerkcorruptie
Door MARIANNE ZWAGERMAN
in COLUMNS
Natuurlijk had Sigrid Kaag helemaal gelijk toen ze donderdag tegen de verzamelde journalisten zei: ’Soms heb ik het idee dat het meer over de ophef gaat en minder over het slachtoffer.’ Laten we onze ogen op de bal houden in dit schandaal en ons niet laten afleiden door alle mediaophef over wat Kaag had moeten doen, of zou moeten doen, voor de D66-medewerkster die zodanig werd gestalkt en gechanteerd door Frans van Drimmelen, dat ze de politie moest inschakelen.
De slachtoffers zijn de naïeve kiezers die geloofden in het sprookje dat Kaag een nieuwe bestuurscultuur zou brengen, terwijl zij een partij leidt die is gebouwd op beerputten en doofpotten. D66 is de Lil Kleine van de politiek: drank, drugs en afgedwongen seks.
Alexander Pechtold stapte op nadat de onthullingsjournalistieke tijdschriften Story en Privé wel hadden opgeschreven wat half Den Haag wist maar stilhield: de buitenechtelijke affaires met partijgenoten die lager in de pikorde stonden, de zwangerschappen, de gedwongen abortussen, de schimmige praktijken in het Scheveningse flatje dat hij op een bedenkelijke manier in zijn bezit kreeg.
En nee, Kaag maakte geen schoon schip.
Onder haar leiding kwam bij de laatste verkiezingen advocaat Sidney Smeets de Kamer in, van wie heel homoseksueel Twitter onder de 21 jaar wist wat hij met veel jongere jongens uitvrat.
D66 is de partij van het losbandige leven en dat is prima als je daarover eerlijk bent. Losbandig leven terwijl je in de buitenwereld fatsoen preekt, is een lastige combinatie, alleen maar vol te houden als media je uit de wind houden.
De echte vraag in dit schandaal is: hoe werd lobbyist Frans van Drimmelen zo machtig, dat hij een hele partij kon gijzelen?
Hoe regelde de toenmalige rechterhand en campagneleider van Pechtold dat iedereen bij D66 op de deksel van de doofpot ging zitten om zijn gerommel met vrouwen verborgen te houden? Hoe kreeg hij zelfs jaren na het vertrek van Pechtold voor elkaar dat alle D66-Kamerleden dagenlang hun mond hielden toen de deksel eindelijk van de doofpot explodeerde?
Van Drimmelen is een handelaar in invloed, hij zit boven op de apenrots van de lobbycratie in Nederland. Hij verkoopt aan bedrijven als Tata Steel, Google, Tesla, KPMG en Coca-Cola een ’effectieve belangenbehartiging met een doelgerichte aanpak richting politiek en overheid’.
Van Drimmelen is de architect van wat zijn partijgenoot Willeke Slingerland netwerkcorruptie noemt. Zij muntte dit woord tijdens haar promotieonderzoek naar de achterkamertjescultuur in Nederland, waar een klein clubje prominenten elkaar steeds maar weer de bal toespeelt.
Grappig genoeg sprak Slingerland, zelf oud-politiek assistent van Pechtold, in 2016 met Van Drimmelen in een internettalkshow over zijn lobbywerk.
Van Drimmelen, die zonder dat wij dat toen wisten volop in uit de hand gelopen amoureuze verwikkelingen met partijgenoten zat, presenteert zich daar als Mister Transparantie, de geestelijk vader van de gedragscode voor spindokters en lobbyisten.
Hij hekelt zijn concurrent, oud-minister Ben Bot, die onder valse voorwendselen een afspraak ritselde bij de minister van Buitenlandse Handel om te lobbyen voor een klant.
Ik zou weleens willen weten wat Van Drimmelen allemaal ritselde in Den Haag.
Als je macht zover reikt dat een regeringspartij jouw persoonlijke shit onder het tapijt veegt, wat kreeg je dan nog meer voor elkaar?
Welke wetgeving is er gekomen dankzij de invloed van Van Drimmelen, welke moties zijn er ingediend, welke amendementen zijn er doorgevoerd, wat is er in het partijprogramma van D66 en in het regeerakkoord gekomen omdat een bedrijf Van Drimmelen ervoor betaalde?
Dit schandaal gaat niet over MeToo, het gaat over netwerkcorruptie op het hoogste niveau.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten